top of page

Hoe circulair is de monumentenzorg?


Op de Dutch Design Week was in 2017 een tijdelijk festivalgebouw te zien dat volledig met geleend materiaal was opgebouwd. Materiaal dat na afloop van de DDW weer keurig terug gebracht is naar de rechtmatige eigenaar.

November jl werden in Bonn de internationale klimaatdoelen uit Parijs aangescherpt. Vrijwel alle landen, met uitzondering van de VS steunen het akkoord. Het gaat voort in een straf wandeltempo, zoals de Braziliaanse minister van Milieu Jose Sarney Filho aangaf. Maar is die snelheid die we bijvoorbeeld kennen van de vierdaagse in Nijmegen wel afdoende? Uit onderzoek van de Universiteit van Utrecht en accountantsbureau Deloitte bleek namelijk recent dat de circulaire economie nog niet echt doorzet. Meer dan 150 bedrijven en tientallen beleidsmakers en deskundigen gaven aan dat circulariteit nu nog vooral een zaak is van believers. De toekomst is circulair, dat staat buiten kijf, alleen moet het gros van de bedrijven en consumenten het nog wel even doen. Hoe zit dat eigenlijk in de monumentenzorg. Hoe circulair is die? Draagt de monumentenzorg bij aan het doel van de regering om de Nederlandse economie in 2050 volledig te laten draaien op herbruikbare grondstoffen?

materiaal in: het madaster Het uitgangspunt van circulair denken is dat materiaal eindig is, maar hergebruik oneindig. Monumenten zijn vaak gebouwd met materiaal van hoogwaardige kwaliteit, maar dat materiaal is wel onderhoudsgevoelig en moet ook regelmatig worden vervangen. Van sommige monumenten zoals Zonnestraal in Hilversum wordt wel eens beweerd dat het zo vaak gerestaureerd is dat er nog slechts weinig origineel materiaal behouden is gebleven. Om de circulariteit van materiaal te vergroten is het van belang om herkomst en bestemming van dat materiaal in beeld te krijgen. Een stichting als Materiaal voor Monumenten zet zich hier bijvoorbeeld voor in. Hun werkgebied is echter hoofdzakelijk beperkt tot Oost Nederland; op landelijke niveau ontbreekt zo'n overzicht. Als zo'n landelijke registratie iets is om na te streven zou gelijk gekeken kunnen worden of aangesloten kan worden bij een initiatief dat architect Thomas Rau onlangs lanceerde. Rau is een groot voorvechter van circulair bouwen. Hij heeft, gesteund door allerlei partijen uit de bouw- en bankensector, het Madaster geïntroduceerd. Een kadaster voor materialen. Een gebouw krijgt in dit Madaster een paspoort waarin alle materialen staan opgenomen die daardoor een herkenbare identiteit krijgen en niet langer anoniem zijn. Materialen zijn en blijven daardoor altijd traceerbaar. De veronderstelling is dat het daardoor minder makkelijk wordt weggegooid.

Maar circulariteit is natuurlijk niet alleen een kwestie van registratie. Het gaat ook om het nadenken over de herkomst van de materialen die gebruikt gaan worden. Een zet in de goede richting is het initiatief dat Staatsbosbeheer samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2017 onderzocht. Het betrof het creëren van zogenaamde Monumentenbossen. Bossen waar specifieke bomen groeien die gebruikt kunnen worden voor bijzondere restauraties. Bomen die bijvoorbeeld planken van een bepaalde lengte opleveren of bomen die van een bepaald type hout zijn. Maar vooralsnog wacht dit veelbelovende idee bij Staatsbosbeheer nog op nadere uitwerking.

materiaal uit: sloop Ook sloop kan vanuit een circulaire gedachte vorm krijgen. Bij monumenten is sloop natuurlijk slechts een ultieme remedie, als alle alternatieven niets opleveren. Maar als sloop onvermijdelijk blijkt, is dat nog niet het einde van het monument. Zo vindt in Parkstad Limburg een experiment plaats onder de naam Superlocal waarin flatgebouwen op verschillende manieren worden gesloopt. Appartementen worden in onderdelen, modulair uiteen gezaagd. Onderzocht wordt hoe die modules hergebruikt kunnen worden voor de terugbouw van 100 nieuwe woningen. Op Zeeburger eiland in Amsterdam werden architecten en toekomstige bewoners uitgedaagd om bij de bouw van een nieuwe woonwijk oude materialen her te gebruiken. En tot ieders plezier levert dit veel nieuwe creatieve oplossingen op. Zo krijgt materiaal een tweede leven en wordt de betekenis van het oorspronkelijke gebouw doorgegeven. Wellicht is dit geen monumentenzorg in de klassieke zin van het woord, maar is het nadenken over wat er met gebruikt materiaal gebeurd wel een belangrijk aspect van circulair denken.

kampioen in gebruik Monumenten hebben een ding waarmee ze met kop en schouders boven alle andere gebouwen uitsteken. Het gebruik. Het gaat er bij circulair om wat er aan materiaal in- en uit gaat, maar ook om het gebruik van materiaal. En aanpassing en hergebruik is een kenmerk van veel monumenten. Zoals wel eens wordt beweerd maakt het feit dat monumenten er soms al eeuwen staan deze gebouwen per definitie duurzaam en circulair. Er is aan vertimmerd en verbouwd, maar de gebouwen zijn niet gesloopt en door nieuwe vervangen. Daardoor is materiaal behouden, is er minder sloopafval en hoeft er minder nieuw materiaal te worden aangeleverd. Dat pleidooi voor het behoud van oude gebouwen klinkt als een klok. Het argument dat daar echter vaak tegen in stelling wordt gebracht is dat die oude gebouwen verre van energiezuinig zijn. Ze zijn niet warm te stoken en slurpen energie. Het energieverbruik wordt dan afgezet ten opzichte van het behoud van het gebouw en het materiaal. En dan ligt een monument al snel op een morele achterstand.

Een al wat ouder Amerikaans onderzoek naar het hergebruik van bestaande gebouwen laat echter zien dat in vrijwel alle gevallen hergebruik duurzamer is dan nieuwbouw. Meer recent Engels onderzoek naar gerechtsgebouwen laat zelfs zien dat gebouwen van vóór 1900 energiezuiniger zijn dan nieuwere exemplaren. Dus komen de monumenten toch als winnaar uit dit debat? Helaas richt het Amerikaanse onderzoek zich weliswaar op oudere gebouwen, maar zijn ze niet zo oud als wij die kennen maar hooguit 50 jaar oud. En het Engelse onderzoek is wel heel erg specifiek gericht op een type gebouw. Dus wil het argument dat Nederlandse monumenten per definitie duurzaam zijn echt meer gewicht in de schaal leggen, dan is er nog werk aan de winkel om de bewijslast verder aan te tonen.

Kortom, alles overziend zijn er pas een aantal voorzichtige stapjes gezet in het circulair denken binnen de monumentenzorg. Wil de monumentenzorg straks niet achterin de stoet eindigen, met een wandeltempo dat we van een avondvierdaagse kennen, dan mogen de schoenveters nog flink worden aangetrokken. Kom mee naar buiten allemaal.....

Uitgelichte berichten
Kom later terug
Gepubliceerde posts zullen hier worden weergegeven.
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
bottom of page