HERBESTEMMEN NA DE CRISIS
De crisis ligt achter ons. Van een overschot aan vastgoed lijken we alweer op te schuiven naar een tekort. Onderzoek dat er een tekort aan woningen dreigt haalt regelmatig de pers. In Amsterdam wordt zelfs al weer gesproken over een tekort aan kantoorruimte. Ook is er een gebrek aan bekwame bouwvakkers en vaklieden. De bouwsector gaat dus weer betere tijden tegemoet. Gelukkig maar, want de bouw is een belangrijke pijler onder de Nederlandse economie.
Een wasbak vol vastgoed Maar laten we ook niet uit het oog verliezen dat deze groei lang niet overal in Nederland aan de orde is. Niet alleen krimpgebieden kampen nog met een teveel aan vastgoed, maar ook menige midsize stad kan zich niet meten met de groei die toch vooral de G4 kenmerkt. Bovendien ligt er een enorme opgave bij de bestaande bouw. Het gaat bij die bestaande voorraad over grofweg 7 miljoen woningen en 5 miljoen bedrijfsgebouwen. Hans de Jonge, emeritus hoogleraar Vastgoedbeheer te Delft, schetste ooit de voorraad vastgoed als een grote wasbak waar elk jaar druppelsgewijs 1% aan vastgoed aan onttrokken wordt en 1% aan nieuwbouw toegevoegd wordt. Dat betekent dat de bulk, oftewel 99%, van al het vastgoed er al staat. De transformatieopgave hier is een vervangsopgave omdat de samenleving van samenstelling verandert. Zo komen er steeds meer eenpersoonshuishoudens, groeien de steden en krimpen de randen van ons land. Daarnaast is het verduurzamen van de bestaande voorraad dé grote opgave van deze tijd: vanuit de wens tot comfort, maar vooral vanuit (inter)nationale duurzaamheidsdoelen.
Nieuwe kennis blijft nodig Het ontwikkelen van professionaliteit op het terrein van herbestemming en renovatie blijft dan ook meer dan ooit nodig. Want kennis over renovatie en transformatie is nog steeds in ontwikkeling. Sinds de Tweede Wereldoorlog is begrijpelijkerwijs veel aandacht uitgegaan naar nieuwbouw. Feitelijk is er pas sinds de economische crisis meer gerichte aandacht voor kennisontwikkeling op het terrein van herbestemming. Hard nodig dus dat er aandacht voor blijft.